De week na carnaval was Guus Hermens ziek. Vorig jaar was Hermens in dezelfde week ziek. Sanitairhandel Phoenix in Boxmeer heeft er een flinke strop aan, elk jaar in dezelfde periode. Want niet alleen Hermens is dan ziek, zwak en misselijk. Directeur Frank Roozen, zelf buutreedner, is zelf dol op carnaval, maar voor dit soort absenties kan hij weinig begrip opbrengen. Bij het WK Voetbal waren er ook al zoveel werknemers ziek.
"We moeten weer eens een beroep op u doen." Roozen heeft het recherchebureau aan de lijn. Hij heeft de speurders al eens eerder ingeschakeld, toen steeds dezelfde mensen zich ziek meldden. Het bureau stelde al snel vast dat een aantal medewerkers alleen overdag ziek bleek te zijn. ’s Avonds zaten ze vrolijk in de kroeg, en wat ze innamen, leek niet op een hoestdrankje. "Onze verkoopmanager, Richard Peters, heeft nogal eens last van migraine", legt Roozen uit. "Heel sneu, natuurlijk. Wel gek dat hij in de negen jaar dat hij bij ons werkt, achtenhalf jaar lang fit en gezond was, maar nu ineens vier maanden lang vanwege zijn hoofdpijnen nauwelijk werkt."
Wat de zaak nog gekker maakt, vindt Roozen, is dat iemand Peters onlangs nog geen uur na zijn ziekmelding achter het stuur van zijn auto had zien zitten. "Toch niet meteen een plek om te revalideren en, eh..." - Roozen is niet blij, maar kan een glimlach niet onderdrukken - "eh... de volgende dag terug op het werk vertelde Peters dat hij de hele dag met een natte handdoek om zijn hoofd in een donkere kamer had gelegen."
Een week later meldt Peters zich weer ziek. Twee observanten van het onderzoeksbureau spoeden zich naar zijn woning, waar ze net op tijd aankomen om de zieke in zijn auto te zien wegrijden. Hij rijdt niet op een sukkeldrafje naar de dokter, wat had gekund, maar geeft zoveel gas dat de observanten moeite hebben hem bij te houden. De rit voert naar een Nijmeegs industrieterrein. "Alstublieft." Eén van de onderzoekers legt directeur Roozen een foto voor van Peters die op het Nijmeegse industrieterrein een bedrijfspand binnenstapt.
Roozens mond valt open. "Santor? Wat moet hij bij Santor als hij ziek is? Dat is mijn grootste concurrent in de regio." Het onderzoeksbureau heeft ineens een andere opdracht. Het gaat niet meer om eenvoudig ziekteverzuim. Peters overtreedt het concurrentiebeding dat hij bij Phoenix heeft getekend. "Het is mij wel duidelijk waar Peters mee bezig is", zegt Roozen. "Kennelijk heeft hij van Santor een baan aangeboden gekregen en is hij nu bezig zich in te werken. Ik weet zeker dat hij voor het einde van de maand zijn ontslag bij mij gaat indienen. Maar hij kan toch niet zomaar bij Santor aan de slag. Dat concurrentiebeding is er niet voor niets."
Wat Roozen dreigt te overkomen is de nachtmerrie van menig ondernemer: een werknemer stapt op en neemt de opdrachtgevers mee naar zijn nieuwe baas. Daar is Phoenix tegen beschermd, want er is ook een relatiebeding. Dat verbiedt Peters de relaties van zijn huidige werkgever te benaderen als hij eenmaal vertrokken is.
Nu Roozen en de speurders weten van Peters’ verraad, kunnen zij passende maatregelen nemen. Ze schakelen een forensisch IT’er in, die onderzoekt wat voor data Peters de laatste tijd zoal vanaf zijn werk heeft verstuurd. De bedrieger heeft alle mailtjes gewist, denkt hij, maar een computerexpert weet in dit soort gevallen de meeste gewiste bestanden nog keurig op de harde schijf terug te vinden. Wat blijkt? Peters heeft bestanden met klantgegevens, zoals inkoopspecificaties en marges, naar zijn e-mailadres thuis gestuurd. Ook voorbeeldcontracten en zijn complete bestand met contactpersonen zijn naar privé verzonden.
"Gaat het weer een beetje?" Collega Janssen toont zich meelevend als Peters weer terug is van zijn ziekteverlof. "Vreselijk was het. Ik heb de hele dag met een natte handdoek om mijn hoofd in een donkere kamer gelegen. Hé, wat is dat hier?" Peters mond valt open als hij op zijn bureau zijn computer in onderdelen uit elkaar ziet liggen. Als hij zijn blik iets hoger richt, ziet hij dat zijn schappen leeg zijn.
"Mag ik weten wat hier aan de hand is?" Peters is de directiekamer binnengestormd en eist opheldering van Roozen. Die kan hij krijgen. De onderzoekers zitten al op hem te wachten.
Peters’ eerste reactie op de bevindingen van de speurders is alles ontkennen, maar dat kan hij niet volhouden, want ze weten te veel. Inderdaad, hij was door de concurrent benaderd en had een baan aangeboden gekregen. En inderdaad, hij had klantgegevens gekopieerd om hen te benaderen als hij was overgestapt. Een concurrentiebeding? Ach, dat zal zo’n vaart niet lopen. Een relatiebeding? Nou ja, ik zou die relaties niet zelf hebben benaderd.
Peters krijgt ontslag op staande voet. Stapt hij over naar Santor, dan krijgt hij een proces aan zijn broek. Maar ja, zou Santor onder deze omstandigheden nog wel interesse hebben?