Opvolger

Pech: Jan Vermolen stapt op. Hij is een fantastische salesmanager. Dus deed een bedrijf in India aan Vermolen "an offer he can’t refuse".

Rovema, producent van landbouwmachines, gaat naarstig op zoek naar een opvolger. Eigenaren Rooimans en Verdeuzeldonk kunnen dat werk er zelf al lang niet meer bij hebben. De Apeldoornse fabriek is enorm gegroeid - er werken inmiddels 137 man - en de afzetmarkt ligt voor 80 procent in het buitenland, voornamelijk in Oost-Europa. De recente groei is vooral ook Vermolens verdienste.

Vermolen blijft nog maar twee maanden. Als er snel een opvolger komt, kan hij de nieuwe man nog inwerken en bij de afnemers introduceren. De advertentie staat in een landelijk dagblad. Sollicitanten genoeg, maar zo snel kan niemand overstappen. Eén kandidaat, Ruud Stam, kan wel meteen aan de slag, want hij zit net zonder baan. Stams cv is ideaal. Hij heeft bedrijfskunde gestudeerd in Rotterdam en tien jaar ervaring in de verkoop van kapitaalgoederen in het buitenland. Hij spreekt vloeiend Duits, Frans en Engels. Hij is vrijgezel en vindt langere perioden over de grens geen probleem.

Het valt de heren van Rovema wel op dat Stam vaak van baan is gewisseld. Hij blijft gemiddeld maar twee jaar bij een baas. Wel kan hij elke overstap logisch verklaren. Ten slotte praat ook Vermolen met zijn beoogde opvolger. De sales- beesten hebben het onder elkaar over de valkuilen en pluspunten van hun vak.

De eigenaren zijn eruit. „Het wordt Ruud Stam." Vermolen meldt na het gesprek echter dat hij geen goed gevoel krijgt bij Stam. Waarom? Vermolen kan zijn vinger niet op de zere plek leggen. Voor de zekerheid schakelt Rovema een onderzoeksbureau in.

Stam stemt in met een uitgebreid antecedentenonderzoek. De diploma’s van Stam blijken echt. Zijn betalingsgedrag is uitstekend. Verklaring van goed gedrag? Geen probleem. De Kamer van Koophandel en het Kadaster melden niets ongerechtigds. Op internet en in de media duikt niets nadeligs op. De referenties die Stam opgaf, zijn positief over hem. Toch lijkt het alsof zij even stil vallen bij het horen van ’s mans naam. Hier slaan de onderzoekers op aan. Bij de oude werkgevers van Stam zoeken zij contact met werknemers die Stam niet als referent had opgegeven. Ook bezoeken ze één van zijn laatste werkgevers. Uit deze gesprekken komt een ander beeld naar voren.

De prestaties waarop Stam prat ging, blijken nogal tegen te vallen. Ook is hij niet de teamspeler die hij zegt te zijn. Bij twee werkgevers is hij met slaande deuren vertrokken. Wat heeft Stam hierop te zeggen? De onderzoekers vragen het hem. Stam krijgt prompt een woedeaanval en loopt weg uit het gesprek. Rovema kan weer op zoek naar een opvolger voor Vermolen.