Peter Klapwijk is een digitale bolleboos. Hij behoort inmiddels behoort tot de topprogrammeurs in de internationale softwarebranche en verdient zijn goedbelegde boterham bij een van de grootste softwareproducenten ter wereld. Het grootste deel van zijn jaarsalaris van anderhalve ton gaat naar zijn spaarrekening, want de 39-jarige Klapwijk woont nog bij zijn moeder thuis.
De slimmerik is echter niet tevreden met zijn al torenhoge IQ, het liefst zou hij nog slimmer worden. Hoewel hij vindt dat hij een van de meest intelligente Nederlanders is, gaat hij op zoek naar een manier om zijn hersenen nog sneller en beter te laten werken. Op internet ontdekt hij tal van verwijzingen naar de First Degree Intelligence Foundation in Groot-Brittannië. Een bedrijf dat beweert dat het door middel van het ‘synchroniseren van de hersengolffrequenties van de linker en rechterhersenhelft’ opzienbarende resultaten kan scoren. Zo zou de capaciteit om te leren verdrievoudigd kunnen worden, kan iemand drie keer zo snel leren lezen en wordt de geheugencapaciteit zodanig uitgebreid dat het IQ met sprongen vooruit gaat. En dat allemaal dankzij een apparaat met de illustere naam ‘Intellistream’, dat door middel van licht en geluid de beide hersenhelftengolven op dezelfde ‘frequentie’ laat functioneren.
Het lijkt een soort Jules Verne-achtige machine waar een nuchtere Hollander hoofdschuddend aan voorbij loopt. Maar Peter raakt al lezend op de website van de First Degree Intelligence Foundation onder de indruk. Zo worden veel mensen geciteerd die ‘amazing’ resultaten zouden hebben behaald met het apparaat. Van de tientallen getuigschriften zijn er verschillende afkomstig van medewerkers van gerenommeerde Nederlandse bedrijven en zelfs een voormalige Tweede Kamerlid heeft positief gereageerd. Ook staan er veel ingewikkelde diagrammen op de site die moeten aantonen hoe de capaciteiten van mensen er na de trainingen op vooruit zijn gegaan.
Peter is zo overtuigd van de informatie dat hij besluit met het bedrijf in zee te gaan. Via de e-mail heeft hij een aantal keren contact met Abel Matthews , de grondlegger en baas van het First Degree Intelligence Foundation. De training door Matthews blijkt niet goedkoop: 10.000 euro voor twee dagen. Bovendien moet Klapwijk voor de training naar een hotel in Dublin én moet hij ook nog eens 5.000 euro betalen voor de ‘Intellistream’.
Desondanks reist Peter vol verwachting af naar Dublin. Daar blijkt hij de enige ‘cursist’ te zijn die zich voor de training heeft ingeschreven. Abel Matthews staat hem al op te wachten. “Om eerst te meten op welke frequentie je hersenen op dit moment functioneren, zal ik een EEG maken”, zegt hij. “Kijk”, legt Abel even later uit met in zijn hand een print van de EEG, “het is duidelijk waarneembaar dat je beide hersenhelften nu nog als individuen functioneren. Ze geven een totaal verschillende uitslag.”
Dan volgt de eerste sessie met de ‘Intellistream’. Terwijl Abel het apparaat installeert, stelt Peter een paar belangstellende vragen over de werking. Maar de antwoorden die Matthews geeft, kloppen niet. De technische uitleg is voor een computertechneut zoals Peter aantoonbaar onjuist. Maar Abel houdt er duidelijk niet van als aan zijn woorden wordt getwijfeld. “Just trust me, ok?” - vertrouw me nou maar -, reageert hij geïrriteerd. Peter ondergaat de eerste sessie. Vervolgens wordt een nieuwe EEG gemaakt en jawel: de hersenhelften van Peter beginnen op elkaar ingespeeld te raken. Nog een paar sessies en hij zal kunnen toetreden tot het erekorps der IQ-giganten. Maar de dubieuze uitleg van Matthews zit hem dwars. Hij blijft doorvragen over de werking van het apparaat. Peter heeft niet in de gaten dat hij Abel steeds meer op de zenuwen werkt. Die heeft op een gegeven moment genoeg van zijn lastige klant, hij mompelt bozig iets onverstaanbaars en verdwijnt met grote stappen.
Als Matthews na een uur terugkomt - het is dan nog steeds ochtend - valt het Peter op dat de trainer naar alcohol ruikt. Peter krijgt steeds meer argwaan. Stiekum ruikt hij aan het flesje mineraalwater van Matthews: het is sterke drank, waarschijnlijk wodka. Klapwijk heeft er genoeg van, hij besluit er vandoor te gaan. Wel neemt hij de koffer met de ’Intellistream’ mee, hij heeft er per slot van rekening voor betaald.
Als Peter een paar weken later bij het recherchebureau van Eric Palmen aanklopt, kan hij er nog niet over uit dat hij zo onnadenkend met het Britse bedrijf in zee is gegaan. “Het zag er allemaal zo mooi uit en er stond zoveel informatie op die website. Daarom ben ik er ingetuind.” En het is waar: Abel Matthews is niet over één nacht ijs gegaan. Hij heeft veel energie gestoken in het geloofwaardig maken van zijn product. Op zijn website past hij een oude verkooptruc toe door te beweren dat hij zelf ook profteert van de ‘Intellistream’. Zo claimt hij inmiddels wereldkampioen snellezen te zijn met 4.000 woorden per minuut. Een claim die haaks staat op de vermelding in het Guiness Book of Records: volgens dit naslagwerk ligt het record snellezen bij iemand heel anders.
“Wat wil u precies dat wij doen”, vraagt onderzoeker Eric Palmen aan de zwaar gedupeerde Klapwijk. Het antwoord is kort maar krachtig: “Dat jullie die vent ontmaskeren!” Maar zo eenvoudig is dat niet. De First Degree Intelligence Foundation blijkt veel internationale vertakkingen te hebben, die stuk voor stuk klanten proberen te werven. In Nederland blijkt het bedrijf Blue Rhino de trainingen in licensie uit te voeren. Elke bedrijf zou apart aangepakt moeten worden en dan nog moet worden aangetoond dat er iets strafbaars gebeurt. Het enige dat Palmen kan doen is consumentenorganisaties te informeren. Wellicht dat zij aanleiding zien om potentiële klanten te waarschuwen voor de dubieuze praktijken van de First Degree Intelligence Foundation. Want behalve op goedgelovige computernerds zoals Peter Klapwijk, richt van First Degree Intelligence Foundation zich ook op ouders van kinderen met hersenbeschadigingen. Voor veel geld hopen zij iets meer dan lucht te kopen voor een betere toekomst van hun kind.